Voor Frankl is zingeving de primaire drijfveer van een mens, vandaar die uitdrukking wil-tot-betekenis. Betekenis niet primair te verstaan als ‘iets betekenen voor een ander’, maar als het geven van zin aan je eigen leven. Mensen worden niet gedreven tot moreel gedrag, maar getrokken. En ze hebben de vrijheid om er ja of nee tegen te zeggen. Een mens is niet een speelbal van actoren van buitenaf maar kan zelf kiezen. De menselijke keuze is rechtens het
geweten; vanwege een geliefde; aan zijn religie; het algemene belang ed. De omstandigheden zelf zijn niet de factoren die een mens in beweging brengen, maar de betekenis die hij daar aan verleent is de motivatie. De therapeut helpt zoeken, en nodigt uit tot levenszin. Het wezenlijke doel van het menselijk bestaan is volgens hem niet zelfverwerkelijking, maar zelf - transcendentie (zich richten op een doel buiten jezelf).
Viktor Frankl vertelt zijn eigen ervaringen als overlevende van het concentratiekamp en hij
geeft als psychiater ons de volgende voorname les die hij geleerd heeft na drie jaar te zijn verbleven in de concentratiekampen:
Daarnaast is logotherapie het resultaat van Frankl zijn eigen ideeën die niet allemaal noodzakelijkerwijs gekoppeld zijn aan zijn ervaringen in het concentratiekamp of de zin van het leven. Over zijn boek zegt hij ‘I want simply to convey to the reader by way of concrete examples that life holds a potential meaning under any conditions, even the most miserable ones.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten