zondag 1 juli 2012
Verschillen binnen de Weense Scholen
Anders dan bij Freud en Adler, de stamvaders van genoemde Weense scholen voor
psychotherapie, bestaat het bewustzijn bij Frankl niet louter op grond van biologische en psychosociale dimensies, maar is deze van een hogere orde. Frankl spreekt vanuit de existentiële dimensie over de geestelijke persoon. De mens is meer dan een sociaal zoogdier dat bepaald wordt door zijn instincten. Frankl stelt zichzelf de vraag: wat maakt de mens nu
tot mens? Frankl stelt:‘In plaats dat de mens zich identificeert met zijn driften, distantieert hij zich ervan - hij kan,vanuit een zekere distantie - ook 'Ja' zeggen tegen die driften. Tenslotte betekent dit juist het menselijke aan de mens: dat de mens zich van driften kan distantiëren en zich er niet
mee hoeft te identificeren - iets dat het dier nooit zal kunnen, alleen al omdat het dier zich niet kan identificeren - het is identiek eraan. Het dier 'heeft' zijn driften niet- het dier 'is' zijn driften.’ (Frankl,1998).
Binnen de menselijke psyché onderscheidt Freud het Id (Es), het Ego (Ich) en het Superego (Überich). Het Id is de bron van de driften en verlangens, een energetisch veld waar geblokkeerde energieën tot geestesziekten kunnen leiden. Deze energieën kunnen weliswaar verplaatsen, maar zij kunnen niet zonder meer oplossen. Zij vergen altijd een uitlaat. De energievorm van de driften noemt Freud libido die zich aan allerlei objecten kan hechten. Het Ego is het deel van de persoonlijkheid dat deze driften en verlangens beheerst.
Het bewustzijn censureert de lust en brengt haar in overeenstemming met de realiteit. In Das Ich und das Es (1923) laat Freud het primaat van het Onbewuste en de exclusieve bepaling van seksuele driften los. In plaats van één primaire drift de seksuele stelt Freud nu dat er een tweetal primaire driften is: een levensdrift (eros) en een doodsdrift (thanatos).
Als psychoanalyticus deed Adler onderzoek naar eventuele processen in het onbewuste en bewuste die de persoonlijkheid zouden maken tot wat zij is. Hij ontwerpt het concept van de “Individual psychologie”; sterke gevoelens van minderwaardigheid en onzekerheid die voortkomen uit reële of ingebeelde tekorten. Ook geloofde hij dat de sterkste menselijke drijfveer het verlangen naar 'superioriteit' is en hij wees op het belang van gemeenschapszin.
Beide psychologische filosofieën hebben in later de basis gelegd voor de ideologie van het Nazi Rijk. Hierin werd de mens tot niets meer gereduceerd dan een zielloos beest.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten